Wat geeft jou vleugels?

WAT GEEFT JOU VLEUGELS?

 

Kennen jullie dat? Dat gelukzalige gevoel, die positieve drive die je ervaart door een situatie in je werk? Een toegift, de kers op de taart? Iets (onbenullig) klein in andermans ogen, maar voor jou zo groot dat het je vleugels geeft de rest van de dag?

 

Een spaarzaam nét door jou opgemerkt glimlachje op een gerimpeld gezicht,

dát ene zinnetje wat jij opvangt door de afasie heen,

dat kneepje in jóu hand van een bedlegerige zieke,

dat dansje of het wiegen op de muziek wat ineens ontstaat bij het horen van een liedje

er achter komen wat de oorzaak is van de angst en die weg kunnen nemen,

een knuffel een welgemeende zoen of een lief woordje krijgen,

een “ingang” vinden na wekenlange “strijd” bij onbegrepen gedrag……..

 

Zo zou ik nog wel even door kunnen gaan, het laatste overkwam me een tijdje terug nog en het gaf me voor de rest van de dag vleugels!

 

Een bewoner die door haar dementie in een “verzet modus” zit, die van zichzelf en de wereld om zich heen niets meer begrijpt, is angstig en onzeker en dat uit zich in hoe wij dat dan noemen “onbegrepen” gedrag, in haar geval verzet, boosheid en agressie. Alle zorg die we willen verlenen of het nu eten en drinken, wassen, kleden, medicatie innemen enz.is, alles is een bedreiging voor haar en activeert haar vluchten, vechten of bevriezen “modus” en bij haar is dat altijd vechten/verzet.

Samen met het team en in samenwerking met andere disciplines van alles geprobeerd.

Omgangsadviezen, observatie lijsten enz. We overleggen veel met elkaar en rapporteren heel duidelijk en als er maar iets is wat helpend lijkt te zijn, proberen we dit van elkaar te leren en toe te passen.

Wanneer we haar positief benaderen gaat ze minder in het verzet. Dat wisten we al snel, ook gebruik maken van complimenten en wat (voor mijn gevoel) overdreven aardig doen, leek soms iets uit te werken, weinig taal gebruiken, want dat begrijpt ze niet meer, maar dat allemaal werkte in de praktijk toch meer niet dan wel. Al was dit bij de ene collega wat meer dan bij de andere.

 

Over het algemeen werkte er bij mij niets helemaal niets, als alleen averechts. En dat, kan ik je vertellen, doet heel veel zeer ook al weet je dat je er niets aan kun doen.

 

En dan “ineens” hebben we iets wat op een “ingang” lijkt, wanneer we haar positief benaderen heeft zij het nodig dat dit lichamelijk bevestigd word! Een knuffel, een arm om haar heen of een zoen op haar wang…..Dat zijn aanrakingen, lichamelijke sensaties die ze wél begrijpt!

En dan gebeurt het op een dag dat ik mijn positieve benadering kracht bijzet door een arm om haar heen te slaan, haar zachtjes en liefdevol in haar oor fluister, en ze een kus op haar wang geef…..Een beetje gespannen was ik wel, want ik wist niet welke uitwerking mijn benadering bij haar zou hebben (tenslotte was ik altijd degene die niets voor elkaar kreeg).

Tot mijn verbazing “voel” ik het verzet van haar afglijden, en kan ik zorg verlenen aan haar wat al die weken niet gelukt is. Deze benadering lijkt haar te “ontwapenen”, tijdens de zorg die ik dan verleen knuffel ik wat af en het werkt! Ze is in mijn bijzijn nog nooit zo rustig, meewerkend en “zacht” geweest.

 

Ik voel me warm en diep gelukkig, de rest van de dag, wat de rest van de week!, heb ik vleugels en kan niets of niemand me dit gevoel meer afpakken!

 

Red bull geeft je vleugels? Echt niet!

 

Werken in de Zorg, dát geeft vleugels!

 

©Mariët de Landmeter

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.