EEN HART EN HOOFD VOL HERINNERINGEN
Wat deze Corona crisis me wel al geleerd heeft, is dat we soms écht teveel prikkels aanbieden aan onze bewoners.
Het gebeurde meer dan eens dat er in de ochtend een pedicure of kapper kwam voor de nagels, waarop ze direct doorgingen naar de “zaal” voor een activiteit. Praatgroep, zanggroep of gymgroep enz. Die activiteiten vinden plaats buiten de woning dus worden ze daar heen gebracht en weer terug gebracht.
Terug in de woning was het dan al snel tijd om te gaan lunchen en na de lunch om 14.00 uur weer mee buiten de woning voor een middagactiviteit. Rond 16.00 uur terug in de woning, de warme maaltijd en na de maaltijd meestal een vragenspel of bordspel. Dan liepen er ook de hele dag mensen in en uit de woning, bezoekers, fysio, ergo, dokter, collega’s, technische dienst, de deurbel en de telefoon, staat ook de tv nog wel eens aan enz.
Wanneer je weet dat bij mensen die dementie hebben alles veel meer binnenkomt en ze veel meer tijd nodig hebben om prikkels te verwerken dan krijg ik het eigenlijk al een beetje benauwd wanneer ik nu dit bovenstaande stukje lees.
Volgens mij moeten ze dan soms toch het idee hebben in topversnelling te moeten leven, terwijl ze het allemaal niet bij kunnen houden.
Misschien zijn we allemaal een beetje te bang geworden dat we denken dat de bewoners zich vervelen of te weinig geprikkeld worden, dat het onze plicht is om ze de hele dag bezig te houden. Ik weet het niet, maar voor mezelf ben ik er wel achter dat het echt niet zo goed is dan ik altijd heb gedacht, of ik ben me er nu veel meer van bewust geworden nu er rust heerst in de woning.
Het gekke is dat ook ik als zorgmedewerker baat heb bij de rust die heerst in de woning. Niet meer steeds die telefoon, de deur open moeten doen , niet zo veel geloop meer, geen volle huiskamers met bezoek de je ook graag aandacht geeft wanneer de er zijn, geen bewoners klaar moeten hebben staan voor de activiteit, en ze daarna ook weer opvangen enz.
In het beging van de crisis was ik vooral aan het proberen zoveel mogelijk activiteiten te verzinnen om het “gemis” wat op te vangen. Maar al snel kwam ik erachter dat dit helemaal niet nodig was. Een middag op het balkon in het zonnetje, een paar bloembakken met plantjes planten en een avondje “leesclub” (alle bewoners zaten in een krant of tijdschrift te lezen/bladeren) was al genoeg. Ze vinden het heerlijk om na de lunch eens lekker onderuit gezakt te gaan zitten en een dutje te doen, tot een uur of 3 en na- tafelen na de warme maaltijd vinden ze ook geweldig.
Ik ben stiekem altijd weer een beetje opgelucht wanneer de warme maaltijd klaargemaakt is, geserveerd is, met smaak opgegeten word en het toetje al smakkend verorberd is. Het is toch een heel huishouden waar je voor kookt en dat allemaal alleen.
Ik zakte dan ook wat zuchtend op een stoel en zei, “hé hé, dat is weer binnen. Tja nu moet ik eigenlijk opruimen maar ik blijf even bij jullie zitten hoor”. Nou dat vonden ze allemaal prima want de avond duurt nog lang genoeg. Het gevolg was dat ik nog zeker tot half 8 aan tafel heb gezeten met de vuile vaat nog op de tafel. Iedereen bleef zitten en we hebben gesprekken gehad, echt zo leuk.
We zijn samen terug de tijd in gegaan, we hebben het gehad over het beroep van de voorouders, over trouwen, over de jurk en het pak, was het een hoed of een sluier? de man had toch zeker wel een “billentikker” aan en een hoge hoed op? Wel of niet in de kerk getrouwd, over kinderen krijgen, kleinkinderen zelf achterkleinkinderen enz. Ook het “leven” van mij kwam ter sprake, tja als je zoveel wilt weten van de bewoners, dan willen ze ook van mij wel wat weten. Het leukste vond ik nog dat al de bewoners, hoe verschillend ook van aard, fase van beleving, mate van de dementie enz. ze allemaal te betrekken waren in de gesprekken! Dat was echt voor mij een uitdaging om ze allemaal aan het praten te krijgen! Of in ieder geval “betrokken”.
Het was zo ontzettend ontspannen en gezellig, dat ik tussen door snel over eind “gesprongen” ben de vaat in de vaatwasser gezet heb en koffie heb gezet. Toen de koffie doorgelopen was, was de tafel afgeruimd en hebben we gezamenlijk koffie gedronken en gingen de gesprekken als vanzelf weer verder. We hebben tussen door nog een advocaatje en een borreltje gedaan. We hebben gezongen en nog meer herinneringen opgehaald, en veel dat ze nog weten!
Mensen met dementie hebben een onuitputtelijke bron van herinneringen aan een “voorbij” leven, het is de kunst om dat naar boven te halen. Dat is me die avond gelukt, dan valt het helemaal niet op dat het korte termijn geheugen niet meer werkt, ach en af en toe fantaseren we er een beetje bij. Dat geeft niets, dat weet de huidige
wereld toch niet, die kennen het “voorbije” leven niet.
“Fijn hoor zei een van de bewoners, het was een gezellige avond, en wanneer we zo zitten te praten over “vroeger” dan blijven we nog een beetje bij de “tijd” hé?”
Welke “tijd” zou ze daarbij in gedachten hebben?
©Mariët de Landmeter
Reactie plaatsen
Reacties